Van der Valk Schiedam: duurzaam & boutique chic

Het hotel is op z’n minst eigenzinnig te noemen, ingeklemd tussen de oksel van twee snelwegen aan het Kethelplein en de stad Schiedam. Een hotel van zestien verdiepingen, mét rooftoprestaurant inclusief duizelingwekkende skyline, en overal een warme en luxe sfeer: 'boutique chic', noemen Eveline van den Hul-Van der Valk en Nina van Rietschoten van Horeca Sfeermakers dat: Parijse elegantie met een Rotterdams randje. Eigenzinnigheid ligt ook ten grondslag aan de uitzonderlijke match tussen het jonge Rotterdamse ontwerpbureau en de Van der Valk-ondernemers.

Eveline van den Hul-Van der Valk - opgegroeid in de horeca als derde generatie in de Valk-familie - weet heel goed wat ze mooi vindt en wil, maar is zoals ze zelf stelt 'absoluut geen ontwerper'. “We kozen bewust niet voor een voor de hand liggende partij voor het ontwerp van dit hotel’, vertelt ze aan de koffie in de Barista Lounge van het hotel. “Mijn man Peter en ik zochten echt een eigen identiteit voor dit hotel”, vertelt de ondernemer die samen met haar echtgenoot ook het Van der Valk-hotel in Nieuwerkerk aan den IJssel bestiert. “Ik ben gaan google-en en stuitte op de site van Horeca Sfeermakers. Het sprak me aan dat het een Rotterdams interieurontwerpbureau is, lekker jong en fris.”

Het bleek een 'match made in heaven', vinden ook Nina van Rietschoten en Maurits Leeflang van Horeca Sfeermakers. Toen zij vier jaar geleden - de eerste paal ging net de grond in - een telefoontje kregen van Eveline van den Hul-Van der Valk, waren ze direct enthousiast. “Een hotel van 185 kamers inclusief alle ruimtes van lobby tot rooftoprestaurant, dat is een droomopdracht”, stellen de twee ontwerpers, die zijn gespecialiseerd in horecaconcepten maar een hotel nog niet op hun cv hadden staan.

De ambitie om de sfeer van Schiedam - ook wel klein-Amsterdam genoemd - te verbinden met de bijzondere locatie aan het Kethelplein, leidde tot een duik in de historie. Molens, graanvelden en de jeneverstokerijen trokken voorbij. Al gauw bleek dat ze de vertaling niet al te direct wilden maken, dat voelde te gekunsteld. Toch vind je nog steeds referenties naar ‘de jeneverstad’. “Bijvoorbeeld de graangouden kleur van de messing bar en de visgraatvloeren die doen denken aan de klinkerbestrating van Schiedam”, stelt Maurits Leeflang, de interieurarchitect binnen het ontwerpbureau. “Voor mij is het belangrijker dat er haakjes ontstaan in ontwerpproces, waar je op verder kunt bouwen. En zo piepen nu overal messing accenten tussendoor, van de glanzende hanglampjes op de kamers tot in de ronde bar en de balies.” Er is een repeterende rol voor ronde vormen, de togen in diepgroene wanden op de begane grond, de met velours beklede kuipstoeltjes en zelfs in de op maat gemaakte ronde half-transparante douchecabines in een deel van de kamers. Die vormen een prominente halfscheiding in de kamers met open badruimte. Maar ook in de met donkerrode ‘kitkat’-tegels beklede barista-bar en in de houtgebogen zwarte stoelen in de lounge. Zwart heeft bewust geen hoofdrol in het kleurenpalet, dat vooral bestaat uit warmere tinten als donkergroen, mosterdgeel en ossenbloedrood. Ruimte voor uitgesproken keuzes is er des te meer, zoals de op maat gemaakte houten trap met krullen - waarvoor ze inspiratie vonden in Parijs - en bijzonder behang. Zo siert een weelderig botanisch behang de wand die de lounge en bar van elkaar scheidt. Op de bovenste etage is behang gebruikt met reliëf, vezelstructuren, veren en in het rooftoprestaurant een custom made behang.

Met een drone omhoog

Nog even dan kunnen gasten voor een hapje en drankje niet alleen terecht in de Barista Lounge, de bar en het restaurant - óf het terras - maar hun lunch of diner ook reserveren in het rooftoprestaurant, dat bijna gereed is. Het interieur is hier meer ingetogen maar even rijk en sfeervol, met een ronde bar, een marmeren blad en een messing gordijn dat zorgt voor een luchtige afscheiding tussen de diep donkerblauwe zitjes. Hier staat de beleving centraal, en is het bijzondere uitzicht de echte eyecatcher. Vanuit het restaurant heb je nagenoeg rondom zicht, van Schiedam naar de Rotterdamse skyline, de Nesselanden, het vliegveld, het Kethelplein, met in de verte Delft, Zoetermeer, Den Haag tot aan Pernis. Die hoogte, dat was een idee van haar echtgenoot, vertelt Van den Hul-Van der Valk. “Toen we de grond net hadden, ging hij met een drone omhoog om de locatie goed te kunnen bekijken. Ik wilde aanvankelijk een kleiner hotel. Maar het gebied en de omgeving bleken zo overweldigend, groots en intensief, dat vroeg om een groot én hoog gebouw.”

“Het is echt gelukt, om het hotel van onder tot boven dezelfde rust en bijzondere sfeer uit te laten stralen’, verzucht Van den Hul-Van der Valk.” Het mooie is ook dat het een bepaalde tijdloosheid heeft, het is niet trendy. Het is warm en rijk. Deze sfeer hadden we in het Rotterdamse nog niet. Pure materialen zoals messing en marmer, dragen daar aan bij.” Van Rietschoten vult aan: “De uitdaging was niet alleen overal maar ook op elk moment te zorgen voor een warme en knusse sfeer. Dat het bij topdrukte met kerst, als hier zeshonderd mensen over de vloer zijn, rust uitstraalt maar ook op een gewone dinsdagmorgen fijn voelt.”

Duurzame luxe

Eveline en Peter van den Hul-Van der Valk kozen voor een zelfvoorzienend hotel op het gebied van warmte, koeling en energie en dat was zeker acht jaar geleden - toen ze de plannen maakten - nog heel vooruitstrevend. “Wij vonden: als je gaat voor duurzaam, moet je dat ook echt doen en zover mogelijk durven te gaan.” En dat is gelukt, voor het gebouw is zelfs de Breeam outstanding norm gehaald. Dat betekent aandacht voor materialen, duurzaam hout en stoffen, zo ook voor de gebruikte lijm en verf. “Ook met het welzijn van de koks is rekening gehouden, zij kunnen rekenen op daglicht in de keuken.”

Het hotel, dat dit voorjaar de deuren opende, is volledig gasvrij. Warmte komt uit de bodem: onder het hotel zijn twee bronnen geboord. In de zomer koelt opgepompt water het gebouw. Drie grote vaten in de kelder slaan in de zomer opgewarmd water op, waarmee het gebouw ’s winters kan worden verwarmd. De royale carport heeft een dak van zonnepanelen voor het opwekken van energie. Natuurlijk zijn er voldoende laadpalen voor auto’s van gasten, en is de menukaart verrassend plantaardig met veel groentegerechten en zelfs een broodje ‘wortel americain’. En zo bewijst het ondernemerspaar dat duurzaamheid en een luxe ervaring prima hand in hand kunnen gaan. De sfeer van het hotel is met 'boutique chic' op een prettige manier luxe en comfortabel, net als de faciliteiten van het zwembad met uitzicht op de zestiende etage, plus wellness, de ruime kamers met open badkamer en verschillende restaurants, bar en Barista Lounge.