Laurens Meyer: horeca moet standaardiseren
De inmiddels bijna zestig jaar oude, in Leeuwarden geboren, Laurens Meyer begon zijn carrière als kelner op de boot naar Vlieland, waarna hij in verschillende cafés in Leeuwarden aan de slag ging. Geld verdienen in plaats van studeren, dat was zijn motto. Als fervent windsurfer, opende hij zijn eigen surfshop, liet zijn eigen surfplanken maken en liftte zo volop mee op de surfhype in die tijd. Toen de lol er voor hem af was en de liefde hem naar Breda trok, verkocht ‘ie de boel. Precies op tijd, een paar jaar later was er van de surfmarkt niet veel meer over.
Het verdiende geld investeerde Meyer in zijn eerste horecazaken. In de loop der jaren bouwde Meyer met vallen en opstaan verder aan zijn onderneming en in 2018 exploiteert Meyer Beheer bijna zestig horecazaken waarvan iets meer dan de helft worden verpacht. “Wij hebben er vroeger nooit voor gekozen om ergens een keten van te maken. We hebben vaak meerdere zaken in dezelfde stad en wilden daarmee verschillende doelgroepen bedienen”, zegt Meyer in zijn kantoor in Etten-Leur.
Moeke Enschede
Wie het portfolio van Meyer Beheer bekijkt, ziet inderdaad allerlei verschillende zaken met uiteraard één grote uitzondering: de formule van café-restaurant Moeke. Begonnen aan de Ginnekenmarkt in Breda opent de zevende vestiging naar verwachting volgend jaar in Scheveningen haar deuren. De formule is het antwoord van Meyer op de huidige trends in de horeca. “Mensen willen van tevoren weten wat ze gaan krijgen en niet te veel betalen. Om de horeca betaalbaar te houden is daarom steeds meer standaardisering nodig”, zegt Meyer. Volgens de horecaondernemer is die noodzaak de voornaamste reden dat je in de horeca zo veel concepten en specialisatie ziet. “En dat is ook wel jammer. Stadscentra verliezen hun identiteit en gaan steeds meer op elkaar lijken. De horeca was daarvoor altijd bepalend, maar die gaat nu, net als de retail, ook steeds meer op elkaar lijken”, zegt Meyer.
Met de Moeke-formule kiest Meyer niet voor specialisatie maar juist voor een ruim aanbod op de kaart dat hij simpelweg samenstelde op basis van de verkoopgegevens uit al zijn andere zaken. “Het is een eerlijk concept, niet ‘over the top’ én niet te simpel, waar iedereen zich op zijn gemak kan voelen. Het is een herberg waar je graag blijft voor een kopje koffie, biertje, lunch, diner of borrel”, stelt Meyer.
Burger King
Qua idee en uitstraling lijkt de Burger King formule mijlenver af te staan van het herberggevoel dat Meyer in zijn Moeke-formule heeft gebracht. Desondanks ziet Meyer toch heel veel overeenkomsten. “Omdat de nadruk steeds meer op functional dining komt te liggen zie je ook dat de fastfoodsector verandert. Ook hier gaat het steeds meer om het prettige gevoel dat je aan de klanten meegeeft. Het gaat erom dat je geen verschil hebt tussen wat de klant van je verwacht en wat je aanbiedt”, zegt Meyer die zelf een regelmatige bezoeker van de Burger King is.
Hij gaat verder: “En dat maakte de Burger King voor mij zo interessant. Het is een wereldwijd ijzersterke formule die de laatste jaren in Nederland juist heeft stilgestaan. Er is dus nog een hoop te winnen. Te beginnen met het aantal locaties. Het zijn er nu zestig en dus kun je nog niet in iedere stad kiezen waar je je hamburger gaat eten. Daar gaan we wat aan doen”, zegt Meyer. Bij de bekendmaking van het nieuws dat Meyer Beheer de masterfranchiser van de Burger King in Nederland werd, kondigde Laurens Meyer dan ook direct aan zo’n 100 tot 200 vestigingen te willen openen. Hij laat er geen gras over groeien, zo opent begin 2019 in Goes, langs de A58 de eerste Burger King van Zeeland. “Wij zorgen er nu voor dat de pijplijn vol zit en dat we op termijn elke maand een nieuwe vestiging kunnen openen. Maar zeker weten doe je dat nooit. Door alle vergunningen is dat namelijk ook wel een kwestie van de lange adem”, zegt Meyer.
Ondertussen wordt ook de uitstraling van de huidige vestigingen aangepakt en gekozen voor warmere kleuren. Verder krijgen de vestigingen meer aandacht voor koffie en worden de meeste voorzien van bestelzuilen. “Qua uitstraling willen we er meer een café-restaurant van maken en werken we er aan om in elke vestiging dezelfde norm te handhaven zodat je zeker weet dat de gast krijgt wat ‘ie verwacht. Dan versterkt het elkaar en krijg je een betere totaalbeleving”, zegt Meyer die zichtbaar enthousiast is. Hij gaat verder: “Ik vind het een enorme uitdaging om dit te doen. Aan de ene kant heb je het risico dat een zwakke schakel effect heeft op de hele keten en aan de andere kant straalt een positieve ervaring ook af op het hele merk. Binnen het concept gaan we een kwaliteitsslag maken om elkaar enorm te versterken en optimaal te kunnen profiteren van een sterk merk”, zegt Meyer.
Is dat ook de toekomst van de Moeke-formule? “Daar zijn we nog niet. Hoewel we wel merken dat we bij een nieuwe Moeke regelmatig gasten krijgen die ook in de andere Moeke’s komen omdat ze daar goede ervaring mee hebben. Het geeft voor mij aan hoe sterk een merk kan zijn. Maar de realiteit is dat je denk ik zo’n 15 tot 20 zaken nodig hebt om echt van een merk te kunnen spreken”, zegt Meyer.